Overwinteren

Na die keer dat hij mij niet herkende op het strand, kwam ik hem een dag later tegen terwijl hij uit zijn auto stapte . De oude blauwe BMW die nu elke dag op het pad staat, is van hem. De wit leren bekleding ligt vol spullen, kleren en gereedschap.
Breed lachend wachtte hij me op en toen ik van de fiets was gestapt, kwam hij naar mij toe met uitgestrekte hand. Hij gaf me een stevige hand, en met zijn andere had hij mijn elleboog vastgegrepen. Ik zag de aderen lopen op zijn donkerbruine biceps. Ik had geweifeld, was beduusd. Een beetje houterig lachte ik mee.
Hij heeft me toen op het strand gewoon niet gezien, houd ik mezelf voor. We komen elkaar nu bijna dagelijks tegen want hij is vroeg aan het werk. Ze breken de strandtent af voor de winter. 1 november moet alles weg zijn. Het gaat nu hard. Er staat alleen nog maar een houten skelet. De kozijnen en platen staan opgestapeld, klaar om afgevoerd te worden.
De hele week is hij bezig geweest om zaken los te koppelen, uit elkaar te trekken, te verzamelen en te rangschikken. Hij doet het gecontroleerd en behoedzaam. Een keer zag ik hem bezig met de kachel. Het logge, zwartgeblakerde ding verdween uiteindelijk glanzend in twee plastic kratten achter in een truck. Als een compact bouwpakket terug in de originele verpakking.
We maken altijd een praatje. Hij onderbreekt zijn werk en komt met een stuk gereedschap in de hand naast me staan. Hij heet Greg, woont in Alkmaar, heeft een zoon van 28 en is gescheiden. Van alles gedaan, nog van alles te doen, jongen! was het antwoord op de vraag die ik nooit heb gesteld.
Hij stelt geen vragen, ik wel. Ik wil weten wat hij in de winter doet.
“Welke winter? Tegen de tijd dat ik alles heb schoongemaakt en gerepareerd is het kalkoenentijd. En dan kan ik al weer beginnen om zaken klaar te leggen voor het nieuwe seizoen. Maar don’t you worry, februari zit deze jongen de hele maand op Curaçao.”