Minister Dijsselbloem wil dat bestuurders in het bedrijfsleven zich meer bekommeren om de lange termijn. Daarom pleit hij voor afschaffing van kwartaalrapportages. Volgens hem gaat er een ongewenste druk uit van het tussentijds publiceren van resultaten. Het is een heel circus en het dwingt management alleen maar tot kortetermijndenken. Van de wet hoeft het sinds dit jaar ook niet meer.
Ik ondersteun van harte zijn oproep voor langetermijnfocus, voor een duurzame benadering van bestuur, maar regelmatig rapporteren hoeft dat niet in de weg te zitten. Integendeel, vaker verslag doen, meer transparantie, zou bestuurders juist kunnen helpen zich op de lange termijn te richten.
Volgens mij speelt bestuurders namelijk iets anders parten in het “cijferseizoen” (de periode die nu gaande is en waarin bedrijven met hun resultaten naar buiten treden): de druk om altijd mooi weer te spelen. Bedrijven tonen bewust rooskleurige cijfers. Onder druk van hoge verwachtingen van de omgeving en investeerders presenteerde de game-industrie jaar na jaar opgeblazen cijfers die niet klopten. Fiat Chrysler werd vorige maand beschuldigd van oplichting door twee van zijn dealers: onverkochte auto’s moesten als verkocht gemeld worden om zo hogere omzetcijfers te kunnen laten zien.
Je ziet het ook bij allerhande startups. Veel tijd en energie wordt gestoken in een mooi verhaal in plaats van in een mooi bedrijf. Een onderzoek van E&Y uit 2013 stelt dat maar liefst een kwart van de jonge snelgroeiende bedrijven sjoemelt met de omzetcijfers.
Om elke keer méér omzet en méér winst te presenteren, besteden bestuurders veel tijd en aandacht aan oppoetsen en verbloemen. Ze halen winst naar voren en stellen verliezen uit en bedenken nog zo wat boekhoudkundige trucs. Illegaal en verwerpelijk natuurlijk, maar ook zeer schadelijk op de lange termijn voor bedrijf en omgeving, want uiteindelijk komt de waarheid boven. Maar dan zijn we wel een heleboel rechtszaken en slachtoffers verder. Ahold-gedupeerden voeren nu nog steeds actie. Een zaak uit 2003.
Waarom eigenlijk willen bestuurders steeds met een goed nieuwsshow komen? Erkenning? Kijk mij eens? Meer salaris? Stijging van het aandeel? Goedkopere financiering? Overleven? Zou kunnen, maar beleggers zijn niet gek. Die prikken de zeepbel toch wel door. Zij verdiepen zich in de lange termijn vooruitzichten van de branche, in de reputatie van de bestuurders en in de cultuur van het bedrijf. Onderzoek heeft aangetoond dat bedrijven die investeren in R&D hoger gewaardeerd worden dan bedrijven die dat minder doen.
Méér transparantie en vaker rapporteren helpen beleggers bij het vormen van een constant, afgewogen oordeel over de lange termijn ontwikkeling van de onderneming. Bij zeer frequent verslag doen is oppoetsen niet meer vol te houden en heeft het ook geen zin meer. Stel dat de dealers van Fiat Chrysler de opdracht kregen elke week het aantal verkochte auto’s op te krikken met verkopen die ‘er aan zitten te komen’. Ze zouden veel minder speelruimte hebben bij zulke korte intervallen. En zouden ze niet veel sneller aan de bel trekken wanneer ze wekelijks gevraagd werden te liegen? Tussentijds rapporteren voorkomt grote verrassingen en leidt tot een betere, duurzamere waardering van onderneming en bestuurders.
Als dit het misverstand is zou ik tegen de minister willen zeggen: pleit eerder voor een wekelijkse rapportage dan teruggaan naar een jaarlijkse rapport. En tegen de bestuurder: leg je toe op de lange termijn, houd ondertussen betrokkenen zeer reglematig op de hoogte over het wel èn wee en zie vandaag nog de beurskoers omhoog schieten.