Steeds vaker kost een cursus geen 500 euro meer, maar is de investering 500 euro. En de tijdsinvestering vier avonden en een zaterdag. Ach ja, investeren in jezelf is nog altijd het slimste wat je kunt doen. Op het notitieblok dat ik laatst in handen kreeg in op mijn Alma Mater las ik: Nyenrode, a reward for life.
Zo is het. Daar op Nyenrode is het me ook ooit duidelijk gemaakt en ik heb er mijn hele leven al profijt van: men moet het investeringsvraagstuk scheiden van het financieringsvraagstuk. Met andere woorden: kies waarin je tijd, energie en geld wilt steken en ga vervolgens op zoek naar geld om de plannen te betalen. Stap een en stap twee.
De professor Finance zei dan: investeer in een stropdas en een pak wanneer je naar de bank gaat voor financiering. Dat was iets tussen een grapje en uitleg in. Studenten die het verschil tussen investeren en financieren niet zagen, begrepen het nog steeds niet. En studenten die het wèl door hadden, zagen ook meteen in dat het een matig grapje was en een tekort schietende uitleg. De professor was destijds al op zijn retour. In de syllabus die hij had samengesteld en die ik onlangs heb weggegooid, staan maar weinig getallen. En slechts een enkel theoretisch model. De artikelen gaan voornamelijk over hoe het werkt in de financiële wereld, eigenlijk hoe men met elkaar omgaat en – inderdaad! – hoe men zich kleedt. Over nomen en waarden dus. Op het tentamen werd nergens gevraagd om een berekening, wel om een toelichting op goed koopmanschap en zakelijk gedrag.
Misschien was de professor helemaal niet op zijn retour, maar juist op zijn hoogtepunt. Na al die jaren onderzoek en onderwijs was hij tot de conclusie gekomen dat finance gewoon een people’s business is en vooral een gedragswetenschap. Je leent geen geld aan het spreadsheet maar aan de ondernemer. Het enige tabelletje met cijfers dat ter sprake komt, is de scorekaart in combinatie met je handicap op de golfbaan. Wat banken en private equity, venture capitalists, business angels, – you name it – uiteindelijk vooral willen zien, is dat je ‘een goeie vent’ (m/v maar toch vooral man) bent. Zo plat is het dus. Of eigenlijk ook weer helemaal niet. Want geld lenen is vertrouwen. Hier en in China. Bij de Amerikanen en de Arabieren. Vroeger en nu. De recente crisis – iedere financiële crisis – is kort samengevat een misbruik van dat vertrouwen.
Een goeie vent krijgt geld los. Maar waarin investeert een goeie vent dan? In een eigen bedrijf, een start-up, in ICT? Een mooi horloge, windmolens en schaliegas? In China of grond op Texel? Facebook en Alibaba? Kunst of paarden. In relaties, een netwerk en een Tesla? In kennis en kunde? Een nieuwe heup en witte tanden. In wereldvrede. Opleiding van de kinderen. Surfplank. Vriendenkring. Tweede leg. De lucht. Een dans?
Wat te kiezen? – lijkt me onbetaalbaar, zo’n cursus.